Zijn we trots op de Oldehove
Heb je wel eens door het hart van onze stad gewandeld? Grote kans dat je toen een van onze meest markante stadsgezichten tegen bent gekomen: de Oldehove. De scheve toren prijkt trots boven de huizen uit, en vanaf het plein is ze goed te bewonderen. Maar waarom staat deze toren eigenlijk zo scheef?
Terug in de tijd
De Oldehove heeft haar naam te danken aan het kleine dorpje wat op deze plek aan de Middelzee lag. Bovenop de terp stond rond het jaar 1000 al een kerkje. Het dorpje Oldehove groeide, evenals de terpendorpen naast haar. In 1435 werden de dorpen Oldehove, Nijehove en Hoek samen Leeuwarden, en kreeg de stad ook haar stadsrechten. De kerk - de Sint Vituskerk - was al een aantal keer uitgebreid. Met de komst van de stad, moest er ook een hoge toren komen. Hoger dan de Dom in Utrecht en de Martinitoren in Groningen.
Skeef, skever, skeefst
En zo werd op 28 mei 1529 het ontwerp van bouwmeester Jacob van Aaken uitgekozen en begon de bouw van de nieuwe, imposante kerk. Eerst de toren, die naast de bestaande Sint Vituskerk gebouwd zou worden, dan een nieuwe kathedraal die met de toren verbonden zou worden. Helaas zat het niet mee: al tijdens de bouw zakte de toren scheef. Er werd nog geprobeerd om op de scheve basis loodrecht verder te metselen - tot twee keer toe zelfs - maar zonder succes. De toren verzakte nog meer. Hij stond nu niet alleen scheef, maar had ook nog een kromming. Toen de toren 30 meter hoog was, overleed bouwmeester Jacob van Aaken aan de gevolgen van 'chagrin', mogelijk een depressie. Bouwmeester Cornelis Frederiks nam het over, tot in 1533 de bouw van de toren staakte.
Trotse toren
En zo stond de toren, de Oldehove, een tijd lang naast de Sint Vituskerk die steeds meer in verval raakte. In 1566 viel de kerk ten prooi aan de beeldenstorm. In 1576, tijdens de tachtigjarige oorlog, raakte de kerk beschadigd tijdens een heftige storm. Door het aanhoudende oorlogsgeweld kon de kerk niet hersteld worden, wat er toe leidde dat de kerk in 1595 gedeeltelijk gesloopt werd. Omdat de adel vroeger in de kerk begraven werd, en het gewone volk erbuiten, bleven alleen de kerkmuren staan, om zo de scheiding nog duidelijk aan te geven. De kerk is uiteindelijk in 1706 helemaal verdwenen. En zo stond alleen de trotse, scheve toren nog op het plein.
Sporen van het verleden
Het Oldehoofsterkerkhof ligt vol met tegeltableaus: de historie van Leeuwarden is hier in steen gebeiteld. Als je over het plein loopt, kom je bijvoorbeeld een controlekaart van de Elfstedentocht tegen, maar ook een advertentie van fabrikant Hooghiemstra uit 1898, die vier jaar eerder zijn brikettenfabriek aan de Willemskade begonnen was. En wist je dat de contouren van de Sint Vituskerk nog steeds te zien zijn? Tussen de tegeltableaus liggen 24 grafzerken en een aantal rijen met fonteintjes verstopt. De fonteintjes, die in de zomer elk kwartier te zien zijn en de bakstenen van het plein donkerrood kleuren, verbeelden de waar de oude Sint Vituskerk gestaan heeft. De grafzerken laten zien waar de nieuwe kathedraal had moeten komen.
Volksverhalen
Volgens een oud volksverhaal hebben de terp en toren hun naam te danken aan een oud vrouwtje. Ze zat op het strand van de oude Middelzee, op de terp, rustig te breien. Tot haar verbazing kwam daar op een stukje land een toren aandrijven. De vrouw vond de toren mooi en riep "Ho âlde, ho". Ze kon haar geluk niet op toen de toren aanlegde bij de terp.
Symbool van Leeuwarden
De Leeuwarders hebben altijd wel een sceptisch woordje klaar staan over hun stad. Volkszanger Piter Wilkens schreef de Liwwadder Blues, die de stugge inwoners van Leeuwarden maar al te graag citeren: "Het het nooit wat weest, en et zal nooit wat wurde, als't in Liwwadden geboren bist, kest et wel skudde". Grofweg betekent het dat als je in Leeuwarden geboren bent, je het wel kunt vergeten, het zal nooit wat worden! Maar heb je diezelfde stugge Leeuwarders wel eens horen praten over de Oldehove? "A’k de Oldehove niet siën ken, dan foël ik my onwennich", zeggen ze ietwat weemoedig in het stadsdialect: als ik de Oldehove niet kan zien, dan voel ik me onwennig. Hoewel de Leeuwarders in eerste instantie dus niet zo positief lijken, zouden ze hun stad voor geen goud willen inwisselen.
Over de Oldehove is nog veel meer te leren. Van het herstel van de toren tot de eeuwenoude vondsten bij de afgraving van deze terp, van de luidklokken tot het bijzondere uurwerk; de torenwachters van de Oldehove kunnen je er alles over vertellen.